DOODGEWOON informeert en amuseert over zaken rond de dood - sinds 1994
DE BLADEN

Uitvaart

nr. 1, januari 2002
‘Een zoektocht naar onsterfelijkheid' in het artikel ‘Hoe oud kan de mens worden?' De maximale levensduur van de mens ligt nu op 122 jaar en drie maanden, want zo oud was de Francaise Jeanne Calment toen ze stierf in 1997. Of dat veel meer kan worden? Professor D.L. Knook, hoogleraar gerontologie en directeur van het TNO Verouderingsonderzoek: "De komende twintig tot dertig jaar zaal de maximale levensduur niet verder stijgen dan 122. Maar ik verwacht dat de grens over honderd jaar op 150 zal liggen." Maar dan moet het natuurlijk ook wel een langere gezónde levensduur zijn. Wat kan helpen volgens Knook: "Iedereen met pensioen gaat zou gratis een hond moeten krijgen. daarmee is veel meer winst in gezondheid te behalen."

Ook nog aandacht voor moslimrituelen rond de dood, waar natura-uitvaartverzekeringen aan moeten voldoen volgens de Pensioen- en Verzekeringskamer, de overname van de Arnhemse begraafplaats Moscowa door verzekeraar De Facultatieve. Verder constateert het blad dat de bezorging van de rouwpost door de PTT steeds beter gaat. De PTT streeft er naar dat van de circa 12 miljoen rouwbrieven die jaarlijks verstuurd worden tenminste 98 procent binnen 24 uur wordt bezorgd.

nr. 2, februari 2002
Twee artikelen over internet: over ‘de opkomst en ondergang van uitvaart-internetsites' en ‘wat kost een website'. Uitvaart heeft bij een aantal ontwerpers een offerte aangevraagd voor een gebruiksvriendelijke site ten behoeve van een fictief uitvaartbedrijf. Een verheugende uitkomst: de goedkoopste aanbieder is Uitvaart.Com uit Amsterdam, de exploitant van dood.nl.

Verder een interview met een van de koffiedames op begraafplaats Westgaarde in Amsterdam - "Ik dacht: die mensen hebben ook koffie nodig. 't Is natuurlijk een branche waarin niet iedereen wil werken." - en ‘de lessen van Volendam en Enschede'. Die hebben geleid tot de oprichting van het Team Postmortale Zorg, een team deskundigen uit de uitvaart- en ziekenhuiswereld dat bij grootschalige rampen moet voorzien in de leemte tussen de identificatie van slachtoffers en de overdracht aan de nabestaanden.

nr. 3, maart 2002 Nederland nog lang niet vol
"Wat de ruimte voor begraafplaatsen betreft, is Nederland nog lang niet vol," zegt Marc van der Zwet, ontwerper van begraafplaatsen in een interview met hem. "Doordat de landbouwgrond aan het verdwijnen is, komt er binnenkort een heleboel ruimte vrij."
Een begraafplaats in een natuurgebied ziet hij wel zitten. "Midden in de Oostvaardersplassen bijvoorbeeld, waar je je één met de aarde, het water en de lucht kunt voelen. Het moet fantastisch zijn om daar terug te komen. Maar ja, de politiek wil daar blijkbaar nu nog niet aan."

Ook aandacht voor de afbreekbare lijkhoezen die de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen verplicht wil stellen en de begraafplaats die Ada Wille op de Floriade heeft ingericht. (Zie hieronder)
- Van wie krijgt Mieke Telkamp het geld voor het draaien van haar uitvaarthit in uitvaartcentra en crematoria?

nr. 4, april 2002 De blits maken
Over vervoer van overledenen vanuit het buitenland, blitse uitvaartondernemers, de zwakke positie van dragers en een drugspastor die voor het 'waardig begraven' van drugsverslaafden strijdt.

'Steeds meer Nederlanders trekken de grens over, tijdelijk of om te overwinteren. Logisch gevolg: steeds meer Overleden Nederlanders moeten worden gerepatrieerd.' In de Uitvaart een artikel over het bedrijf Memoriam, die deze dode Nederlanders terug naar huis vervoerd.
Een interview met 'drugspastor' Ewout van Egmond in Den Haag die ervoor zorgde dat overleden drugsverslaafden sinds kort een eigen plekje op begraafplaats Oud Eik en Duinen hebben.

En verhalen over:
Het vastleggen van de uitvaart op video: 'Bij de verstilde natuurbeelden met bijpassende rustgevende muziek kunnen de gedachten afdwalen naar de overleden persoon.'
Rouwvervoer: 'Ooit maakte je als uitvaartondernemer de blits als je een eigen 'Amerikaan' had.'
De positie van dragers: 'De positie van de dragers is duidelijk: onder de kist. Het is misschien als grap bedoeld, maar het geeft wel nadrukkelijk aan dat de rechtspositie van dragers niet bepaald sterk is.'

nr. 5, mei 2002
Verhalen over:
- de prijsvraag 'Uitvaartcultuur als Ontwerpopgave'
- een van de laatste steenhouwers van Nederland die nog ambachtelijk werkt Lowie Eskes
- de trend bij nabestaanden, eventueel samen met professionelen of bedrijfjes, om zelf tot een persoonlijke grafsteen te komen, en
- de actie van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen om ondeugdelijke lijkhoezen in de ban te doen.

nr. 6, juni 2002
Uitvaartleider. "Het is natuurlijk een beroep waar geen hond aan denkt. Iemand kiest eerder om brandweerman te worden, uitvaartleider staat in elk geval minder hoog op het verlanglijstje." Zegt Marco Rookhuijzen van reclamebureau Steam in Uitvaart.
Rookhuijzen is betrokken bij de Stichting Jaarprijzen Personeelscommnuicatie (AJP) die jaarlijks een wedstrijd uitschrijft voor studenten van Academies voor Beeldende Kunst. Dit jaar moesten de studenten een wervingscampagne maken voor uitvaartleiders. De studenten zijn serieus met het onderwerp omgegaan, aldus Rookhuijzen. "Er werd niet met het onderwerp gedold." Enkele slogans uit de winnende campagnes: ‘Ben jij ook zo goed in afscheid nemen?' en ‘Uitvaartleider, nooit hetzelfde liedje'.

Het artikel ‘Verkoop geen uitvaart, verkoop een gevoel' over marketingcommunicatie slaat daar mooi op aan. Uitvaart is booming business, wordt door auteur en marketing manager Richard Kers weer eens geconstateerd. Ton de Wit van Uitvaartverzorging De Wit: "Het geloofwaardig promoten van een groeiende dienstverlening kun je, in mijn optiek, niet meer uitvoeren met zelfgeknutselde advertentieprintjes. Dit vereist een professionele huisstijl en vakkundige mediaplanning."

Verder artikelen over de privatisering van begraafplaatsen, aandacht voor het nieuwe crematorium in Haarlem en wederom de uitvaart van Pim Fortuyn. Maar daar zijn we waarschijnlijk sowieso nog niet vanaf; op 20 juli aanstaande wordt het lichaam van Fortuyn van Driehuis naar Italië overgebracht.

Juli/augustus 2002
Karton verkoopt niet
De Uitvaart loopt altijd een beetje achter. Vorige week verscheen het juli/augustus-nummer, terwijl het alweer bijna september is. Zo lijkt de dood, begraving, opgraving en herbegraving van Pim Fortuyn onderhand ook een onderwerp dat inmiddels meer dan voldoende behandeld is. Toch heeft deze Uitvaart nog een heuze 'Pim Fortuyn bijlage' met foto's, achtergrondverhalen en (wederom) het relaas van de betrokken uitvaartondernemers en begraafplaats Westerveld in Driehuis. Om te bewaren en je later nog eens over te verbazen, over deze 'unieke periode voor Nederland en het Nederlandse uitvaartwezen’.

Ook in Uitvaart: Een interview met de beheerder van de Amsterdamse begraafplaats St. Barbara over wonen op de begraafplaats, een artikel over groen begraven in Amerika en een verhaal over de kartonnen doodskist. Nederland, in tegenstelling tot Engeland, loopt er niet warm voor. 'Een wasmachine doe je in een doos, een overledene in een kist,' is toch een beetje de overheersende gedachte, aldus een kistenfabrikant.

september 2002
Over de toekomst van het Uitvaartmuseum. (Dat de deuren nog moet openen.) Rien Schouten geeft goede raad.

Bevriezen of begraven? Over het Franse echtpaar Martinot dat bevroren ligt in de crypte van hun kasteel. Mogen ze daar blijven of worden ze binnekort begraven zoals de Franse overheid dat wil?

oktober 2002
Hoe is het om als kind op te groeien als je vader uitvaartondernemer is? Uitvaart spreekt met drie kinderen van uitvaartondernemers die zelf ook voor het vak kozen. "Mijn broer heeft één keer een aanvaring met iemand gehad die mijn vader uitscholdt voor 'lijkenpikker'. Daarna nooit meer. Ik was ook trots op mijn vader. Hoofd rechtop. Dat heb ik van hem meegekregen."

Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat rouwtherapie niet helpt en zelfs schadelijke gevolgen kan hebben. Het kan depressiviteit versterken. Uitvaart vraagt de mening van Nederlandse experts.
De uitkomst van weer een ander, Engels, onderzoek is dat het vasthouden van doodgeboren kinderen de verliesverwerking kan schaden. Vrouwen die dat hadden gedaan zouden meer last van depressie hebben en posttraumatisch stressverschijnselen. "Van dat onderzoek klopt helemaal niets!", zegt Gerrit Beld, werkzaam in een mortuarium en mede-organisator van een symposium over begeleiding bij doodgeboorte. "As je ouders niet begeleidt bij het zien en vasthouden van hun doodgeboren kind, ja, dan kan het een negatief effect hebben. Het hangt dus helemaal van de begeleiding af. En in Engeland gebeurt dat niet zoals bij ons."


Het Uitvaartwezen

nr. 1/2, januari/februari 2002
Het Uitvaartwezen is het nieuwe jaar in gegaan met een nieuwe uitgever, heeft daardoor sinds kort eindelijk een hoofdredacteur (voorheen had het blad jarenlang alleen een eindredacteur), heeft de vormgeving iets vernieuwd (niet te veel, want je wilt de trouwe uitvaartondernemende lezer niet van je vervreemden) en enkele nieuwe rubrieken, met zeer toepasselijke namen, zoals ‘epiloog', waarin een nabestaande vertelt over de uitvaart van een geliefde en ‘uitgelezen' (de boekenrubriek). Het voorwoord heet voortaan ‘deadline'.

Naast de vele rubrieken o.a. een verhaal over hoe moeilijk het is als zelfstandige uitvaartverzorger te starten, een bespreking van de uitvaartbeurs in Parijs eind 2001 en het ‘luxeprobleem' op begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag. Daar heeft men ‘te kampen' met te véél ruimte, wat wordt opgelost door grotere stukken grond voor bijzondere graven, mausolea bijvoorbeeld, uit te geven. ‘Steeds vaker blijken er klanten te zijn die geen enkele moeite hebben bedragen van tienduizenden, soms honderdduizenden guldens uit te geven aan een graf en wat daarmee samenhangt, zoals steen, beplanting en onderhoud.'
Een vreemde eend in de bijt in dit vakblad is de rubriek ‘Dimensies' waarin een drs. (waarin is onduidelijk) ‘vraagstukken op het gebied van spiritualiteit in relatie tot overlijden in beschouwing neemt'. Ditmaal reïncarnatie: ‘De uitvaart van iemand die geloofde in reïncarnatie, dient een liefdevolle sfeer uit te ademen met vooral aandacht voor het nieuwe begin dat de ziel van de overledene doormaakt.'

nr. 3, maart 2002
Het blad besteedt o.a. aandacht aan het nieuwe uitzendbureau voor de uitvaartbranche Post Mortem, arbobeleid, rouw bij kinderen en wat te doen als iemand zijn lichaam aan de wetenschap ter beschikking heeft gesteld, dus geen uitvaart krijgt maar wel een uitvaartverzekering had? Hoe kunnen nabestaanden het geld terugkrijgen?

In het kader van de uitvaartvernieuwing en de nieuwe uitvaartberoepen: de rituelenwerkplaats. Bedacht en opgericht door Clara Velema. De rituelenwerkplaats bevindt zich in Leeuwarden, in en achter Velema's huis, en bestaat uit een ‘schone' ruimte, in de achterkamer, en een ‘vieze' ruimte, in de achtertuin, waar cliënten ‘vies' kunnen werken en met alle mogelijke creatieve middelen (klei, verf) tot een ritueel kunnen komen. Velema: "De rituelenwerkplaats gaat over vergaande veranderingsmomenten in het leven. Een verandering waarbij je op een ander standpunt komt te staan. Zo'n moment kun je vormgeven in een overgangsritueel."

nr. 4, april 2002 Meer dan zes planken
Het hoeft niet meer volgens de Wet van de lijkbezorging, maar toch kiest de overgrote meerderheid van de autochtone bevolking (en steeds meer allochtonen) voor het gebruik ervan: een uitvaartkist, constateert de nieuwste Uitvaartwezen. Keuze genoeg, van ouderwets degelijk tot snel afbreekbaar karton. Van de voor iedereen haalbare paintbrush-kist tot het artistiek hoogwaardige product.

Ook de historie van de kist wordt belicht en uiteraard komen moeder Elly en zoon Peter van Wijk, die samen de P. van Wijk & zoon grafkistenfabriek runnen, ook uitgebreid aan het woord. Het bedrijf is binnen de branche onder andere bekend om de kleurrijke advertenties met ijsberen, leeuwen en een adelaar en de bijzondere reclamekreten zoals 'Meer dan zes planken', 'Uitdragen van kwaliteit is exact bieden wat u wenst' en 'Maatwerk tegen confectieprijzen dezelfde dag te leveren'.
Frank Mutter schrijft over het begraven zonder kist (hoe vaak en door wie?) en drs. Mieke van Leeuwen tenslotte vraagt zich af: wat maakt een kist spiritueel?

nr. 5, mei 2002
Buren staan nog steeds voor elkaar klaar tijdens sterven en uitvaart. Naoberschap heet dat. Dat pakt niet altijd goed uit, aldus een uitvaartondernemer: "In enkele gevallen gaat de bemoeienis van de buurt te ver en legt men de nabestaanden op wat gebruikelijk is."

Een nabestaande vertelt over een uitvaart die was als een verhaal van Roald Dahl, funerair historicus Henk Kok heeft het over de hondenkar die in vroeger tijden werd ingezet in de uitvaartstoet, de uitvaart van Queen Mum wordt besproken en tenslotte gaat het blad nog eens na wat er precies gebeurde in Tilburg in november verleden jaar toen er in een uitvaartcentrum twee overledenen werden verwisseld. Een van de overledenen was al gecremeerd toen de fout werd ontdekt.

nr. 6, juni 2002 Masseuse doet wonderen
Uiteraard ook in de vakbladen aandacht voor de begrafenis van Pim Fortuyn. Nadat Gerrit van Bezeij al eerder voor uitvaart.nl geïnterviewd werd, vertelt de tweede uitvaartondernemer die bij deze indrukwekkende uitvaart betrokken was, Martin Uitendaal, in Het Uitvaartwezen zijn verhaal. "Het was echt ongelofelijk af en toe; dat je denkt 'wat maak ik mee?'"
En zo lezen we tevens dat bij de laatste verzorging van Fortuyn ook zijn hondjes aanwezig waren. En dat het eigenlijk de bedoeling was dat Fortuyn direct in Italië begraven zou worden.

Verder o.a. aandacht voor een nieuwe cursus uitvaartverzorging, hoe regelen uitvaartondernemers hun afwezigheid tijdens de vacantie? en een gesprek met therapeute en masseuse Deniece Schulze-Bulo, die onlangs werknemers van begraafplaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam onder handen heeft genomen. "Het dag in, dag uit geconfronteerd worden met mensen die een groot verdriet hebben, legt een grote psychische druk op de mensen."

nr. 7-8, juli/augustus 2002 Multiculturele uitvaartzorg
'Geen onderwerp was de afgelopen maanden zo actueel als de multiculturele samenleving en het al dan niet falen daarvan,' schrijft hoofdredacteur Yvette Polman in het voorwoord. Dit themanummer over 'multiculturele uitvaartzorg' van Het Uitvaartwezen sluit daar mooi op aan.

In het blad artikelen over Nederlandse uitvaartondernemers die zijn gespecialiseerd in allochtone uitvaarten, aparte begraafplaatsen voor allochtonen, rouw en verdriet bij ander culturen, en een medewerkster heeft haar vakantie op Corfu aangegrepen om iets te schrijven over de funeraire gebruiken aldaar. 'Na een paar dagen luieren en het leven op Corfu bekeken te hebben, begint het bij mij te knagen. Hoe begraaft men hier zijn doden? Wat is de rol van de uitvaartondernemer?'

nr. 9, september 2002 Door vrouwen uitgedragen
Ook dit nummer heeft weer een hoog Pim Fortuyn-gehalte (o.a. een gesprek met de nabestaanden Simon en Jolanda Fortuyn). Maar als we Pim nu even laten waar hij is, in zijn rustplaats in Italië, dan blijft er nog genoeg te lezen over in de nieuwe Het Uitvaartwezen.
Zoals: In de Hoeksche Waard is een Draagstersgilde actief. Twee draagsters vertellen waarom. "We worden door vrouwen het leven in gedragen, waarom dan ook niet het leven uit?"
Een gesprek met onderzoeker Piet van den Akker over de veranderingen rond sterven en uitvaart in de afgelopen decennia en de veranderende rol van de uitvaartondernemer. "Ik constateer dat er nog heel veel traditioneel gebeurt. Dat is niet zo erg, als de nabestaanden dat willen. Maar ik zie dat dit ook vaak zo gaat omdat de uitvaartverzorger het niet nodig vindt de uitvaart persoonlijker te maken. Dat men zich niet afvraagt ‘wat wil ik met dit overlijden tot uiting brengen'”

Een historisch artikel over de verzakelijking van uitvaartverenigingen in de eerste helft van de vorige eeuw en funerair historicus Henk Kok schrijft over het meegeven van geschenken aan de gestorvene.

nr. 10, oktober 2002 Wat wil de uitvaartconsument?
De diverse uitvaartondernemingen gebruiken verschillende namen: afscheidshuis, rouwhuiskamer, uitvaarthuis, logeerkamer of 24-uurskamer. Maar ze bedoelen er allemaal hetzelfde mee: een opbaarruimte die voor de nabestaanden dag en nacht toegankelijk is; ze krijgen de sleutel. Ze kunnen er blijven slapen, koffie en thee zetten, vaak is er ook een tv, video- en audio-installatie aanwezig.

Er komen er steeds meer constateert Het Uitvaartwezen. Is het een tijdelijke trend of blijvend, vraagt het blad zich af. Het laatste lijkt het geval. 'De behoefte aan thuisopbaringen neemt toe, maar is vanwege praktische en emotionele omstandgeden lang niet altijd mogelijk. Een afscheidshuis biedt dan een goede tussenoplossing.'

Verder een artikel over het dilemma waar veel eenmanszaken voor staan, ook uitvaartondernemers: uitbreiden of niet?
En: wat wil de uitvaartconsument? Het antwoord: Aandacht, een mens onder het uitvaartpak en een uitvaartondenremer die meedenkt en creatief is.

nr. 11, november 2002 Claus' uitvaart: Een bekroning op een loopbaan
"Ik heb altijd gezegd als ik iemand van het koninklijk huis zou mogen begraven - want dat is een hele eer - dan zou dat een bekroning op mijn loopbaan zijn. En zo ervaar ik het ook." Vertelt Arie Molenaar, al 33 jaar in het uitvaartvak, sinds 1993 in dienst bij Innemee, van oudsher de uitvaartondernemer van het koninklijk huis. Innemee verzorgde de uitvaarten van Koning Willem III (1890), koningin Emma (1934), Prins Hendrik (1934) en prinses Wilhelmina (1962).
In Het Uitvaartwezen uiteraard ruim aandacht voor de uitvaart van prins Claus, met een uitgebreid interview met Molenaar, een gesprek met Cees van Raak, als historicus gespecialiseerd in de funeraire geschiedenis van het Huis van Oranje en een verhaal over de koninklijke lijkkoets. Dat alles verlucht met prachtige kleurenfoto's.

Verder staat dit nummer in het teken van gedenken en de diverse vormen waarin dat gegoten kan worden: digitaal op internet, in een kunstwerk, een sieraad of in de vorm van het grootste grafmonument ter wereld: de Taj Mahal in India.


De Begraafplaats

nr. 1, lente 2002 Waaraan moet een goede graflift voldoen?
Een lang interview met de voorzitter van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB) over slechte lijkhoezen. Onder de kop ‘Die rothoezen moeten weg', roept Van de Putten alle LOB-leden op per 1 mei aanstaande geen ondeugdelijke hoezen meer te accepteren, dat wil zeggen hoezen die de ontbinding in de weg staan.
Ook wil de LOB dat uitvaartverzorgers beter letten op wat er zoal in de kist wordt bijgesloten. Van der Putten: "Met het ‘persoonlijker' worden van de uitvaart komen er soms gekke dingen voor. Zoals een fervent sportvisser die in regenkleding en met rubber laarzen aan wordt begraven. Dat is natuurlijk vragen om moeilijkheden bij de vertering. Ook worden bij verkeersslachtoffers wel eens kledingresten in een plastic zak bijgesloten. Die zak drukt op de benen en sluit ze op den duur af. Er is ook wel eens een bromfietshelm in een kist aangetroffen. Dat zijn de extreme voorbeelden. Maar ook zoiets simpels als een bril is ongewenst. Het glas komt later in de grond en bij ruiming kan iemand zich daar aan snijden. Glas is taboe. Maar tegen veel andere persoonlijke voorwerpen is niet zoveel bezwaar. Het is vooral een kwestie van gezond verstand."

Verder: Wat te doen tegen grondwateroverlast op de begraafplaats?
Vier grafliften worden met elkaar vergeleken op prijs en kwaliteit, want ‘Een goede graflift moet aan veel voldoen. "Hij moet altijd werken, mag niet piepen, mag niet kraken, mag niet te snel dalen maar ook niet te langzaam, er moet mee gegooid en gesmeten kunnen worden, hij moet tegen warmte en koude kunnen én vuil- en vochtbestendig zijn," somt een verkoopmedewerker van een producent van grafliften op.'

Een portret van Marjan Holierhoek, bedrijfsdirecteur van begraafplaats en crematorium de Beukenhof te Schiedam: "We hebben hier ook regelmatig Surinaamse begrafenissen, die vind ik prachtig om te zien. Niemand zit dan op zijn plek en mobieltjes gaan gewoon af tijdens de uitvaart, maar wat een mooie sfeer."

nr. 2, zomer 2002 (Bijna) alles kan op Zorgvlied
"Iemand vroeg mij of er een camera in het graf kon worden geplaatst zodat het ontbindingsproces op internet gevolgd kon worden. Als je mij recht op de man vraagt, zou je dat goed vinden, dan zeg ik ja. Maar ik heb ook met de omgeving te maken. Met het publieken met de mensen die hier werken." Aldus Arpad Nesvadba, beheerder van de Amsterdamse begraafplaats Zorgvlied, waar menig BN'er begraven ligt en waar veel kan, maar niet alles, en niet op iedere plek.

Verder veel aandacht voor het funeraire erfgoed op de begraafplaats, wordt een Nederlandse begraafplaats in India bezocht, worden de diverse bekistingsystemen met elkaar vergeleken en schrijft redacteur en diaken Theo Blokland over de 'rehabilitatie' van al die doodgeboren kinderen die tientallen jaren lang door de rooms-katholieke kerk werden 'weggestopt', ongedoopt begraven 'achter de heg', in ongewijde grond. Op diverse plaatsen in Nederland zijn de laatste jaren monumenten opgericht om deze door de kerk vergeten kinderen te herdenken.
Lees het hele interview met Nesvadba: Alles kan op Zorgvlied, maar niet op iedere plek

nr. 3, herfst 2002 Knekelputten gewenst
Behalve knekelputten moeten begraafplaatsen ook andere, waardige plekken inrichten waar beenderen kunnen worden bewaard. Daarvoor pleit Bert Pierik, beheerder van begraafplaats Bergklooster in Zwolle. Nu is het zo dat algemene graven na tien jaar geruimd mogen worden, waarna de botten in een zogenaamde knekelput op de begraafplaats verdwijnen. Dat is een soort massagraf, meestal achter op de begraafplaats, niet verder aangeduid, en waar geen mogelijkheden zijn om de dode verder te gedenken. Dat kan anders, meent Pierik.
Verder een portret van Jan Eijs (68), onbezoldigd beheerder van RK begraafplaats De Goede Herder in Wassenaar. “Er wonen in Wassenaar verschillende soorten mensen, waaronder villabewoners en arbeiders. Twee groepen die binnen de parochie nooit een eenheid hebben kunnen vormen. De parochie ligt midden in een villawijk, en we zitten dus tussen de goed opgeleide maar ook ‘omhooggevallen’ rijkdom, om het zo maar te zeggen. Mensen die denken dat ze alles kunnen regelen en organiseren. De ‘doebaantjes’ worden gedaan door mensen uit de arbeiderswijk Kerkhout, de erebaantjes door de villawijk.”

Claus leeft nog, maar dat hij een gezegende leeftijd gaat bereiken lijkt onwaarschijnlijk. De Begraafplaats neemt alvast een voorproefje, met een artikel over de koninklijke grafkelders in Delft, het balsemen van koninklijke leden en de nieuwe koninklijke rouwkoets.

Ook actueel. Een vraag van een begraafplaatsbeheerder aan de jurist W. van der Putten: Er worden graven geruimd op zijn begraafplaats. De plaatselijke pers heeft gevraagd of ze er bij mogen zijn en een foto maken. De wethouder wil akkoord gaan, omdat hij ‘openheid wil geven’. Van der Putten is duidelijk: ‘Het toelaten van pers bij ruimingen, en dan ook nog het maken van foto’s, is zo’n beetje het allerlaatste wat je redelijkerwijs moet en kunt doen. [...] Je weet bij ruimingen nooit wat je ziet of tegenkomt. Het kan soms door mensen ook wel als choquerend worden ervaren. Als je net toevallig drie stoffelijke overschotten in lijkhoezen tegenkomt, die maar deels ontbonden zijn, kan dat een vertekend beeld geven. Je weet dan nooit wat pers er van maakt. [...] Stel dat men een rapportage wil maken over stervende mensen en de dokter zegt “Loop maar een weekje mee en maak maar foto’s.” Dat zouden we te ver vinden gaan. Tenminste zou de betrokken stervende persoon moeten kunnen zeggen dat hij of zij dat wel of niet goed vindt. Maar overledenen hebben geen stem en kunnen geen toestemming geven om bij de ruiming van hun graf aanwezig te zijn. Dan moet hun privacy beschermd worden door de houder van de begraafplaats. Die doet dat ook in een beheersverordening. Ik vind het zeer ongepast dat een wethouder meent dat dit zomaar terzijde kan worden geschoven.’

Verder nog een goede raad aan alle beheerders: Als er meer dan duizend ballonnen worden opgelaten tijdens een begrafenis, meldt dit aan Schiphol.




Terug...